Maart 2071

Zijn oude ogen, die al zo veel hebben gezien, schitteren als hij het verhaal herbeleeft. Even is hij weer helemaal terug in de tijd, wanneer hij zijn achterkleinzoon vertelt over de oorlog. “Het was een onzichtbare vijand, kind,” huivert hij. “Er waren geen loopgraven, maar dat zegt je vast niets. Nee, we liepen gewoon op straat  en werden aangevallen vanuit het niets. Je merkte er niks van.” Het kind, nog maar 8 jaar oud, hangt aan zijn lippen. De vader van de vader van zijn moeder vertelt altijd prachtige verhalen over ‘toen’ en dit verhaal is nooit eerder verteld. Hij weet niet waarom niet. Hij weet alleen dat zijn moeder en haar vader en ook diens vader liever niet meer met ‘ouwe opoe’ willen praten. Zijn moeder zegt soms dat ‘ouwe opoe’ in De Tegengeluiden zat. Hij weet niet wat dat is, of zijn, De Tegengeluiden. Daarom luistert hij aandachtig.

Opoe steekt een kromme wijsvinger in de lucht. “Jongen, in die tijd vochten wij voor onze vrijheid. De regering had ons opgesloten in onze huizen. Er was een pandemie, weet je. Ja, heb je dat op school gehad?” De jongen knikt geestdriftig. Ja, dit herkent hij. “Vroeger, toen wij nog onze vrienden mochten knuffelen of zelfs maar aanraken… dat waren nog eens tijden…” verzucht opoe en staart in de verte. De jongen wacht, maar het duurt hem te lang. Voorzichtig spoort hij de oude man aan. Terwijl druppel voor druppel zijn emoties uit zijn waterige ogen lopen vervolgt hij zijn verhaal.

“Mark had ons aan het lijntje gehouden. We moesten ons aan heel veel regels houden, daar komt ook het woord ‘anderhalvemetersamenleving’ vandaan. Weet je, in mijn tijd mochten wij met duizenden mensen samen naar festivals, dat kun jij je niet voorstellen, dat komt door Mark met zijn lockdowns. Hij heeft ons land verpest met zijn nepvirus. Hij wilde ons injecteren met nanochips, zodat hij ons elke seconde van de dag kon volgen. Mondneusmaskers werden verplicht, achterlijke snotlapjes zijn het. We mochten niet meer naar de sportschool, bijna geen vrienden meer ontvangen. De scholen moesten dicht. Al die politici logen over hoe vol de ziekenhuizen en IC’s lagen voor hun eigen gewin. Hij heeft de winkels en restaurants de das omgedaan met zijn vriendjes van het RIVM en uit de politiek. Dát vond ik allemaal al niks. En toen! Toen kwam de avondklok.” Boos schudt opoe zijn hoofd en schudt zijn vuist naar de jongen.

“Dat pik je toch niet? Een ávondklok! Ik mocht niet eens meer naar buiten zonder briefje! Wie bepaalt nou wanneer ik naar buiten ga???” Vuur spuwde uit zijn ogen terwijl hij vervolgde: “En daarom, jongen, daarom ging ik bij De Tegengeluiden. Mijn vrienden en ik hebben eens goed duidelijk gemaakt wat we er allemaal van vonden. We hebben ziekenhuizen belaagd, fietsen op straat gesmeten, winkels geplunderd, politieagenten bekogeld met stenen, vuurwerk gegooid, brand gesticht.” De oude man ging trots rechtop zitten. “De lockdown en avondklok duurden langer als gevolg van onze acties. De Coronabesmettingen liepen onhoudbaar op en de ziekenhuizen stroomden over. Mijn vrouw… ” zijn stem stokte en hij begon te huilen. “Mijn vrouw, ze kreeg een ernstig ongeluk en overleed doordat ze niet op de IC terecht kon. Het was allemaal tóch niet gelogen…

Daarna kregen we een andere regering. Deze toverde onze democratie om tot een dictatuur. Toen kregen we pas in de gaten hoe vrij we altijd al waren. Hoe veel we mochten. Dat we altijd onze mening hadden kunnen verkondigen.”

De jongen is geschrokken. Hij heeft altijd gedacht dat oude opoe een held was en in de frontlinie had gestaan. Maar helden maken niets kapot. Helden plunderen niet. Hij is teleurgesteld en begrijpt niet waarom iemand hier trots op kan zijn.

Iedereen mag zijn of haar eigen mening hebben. Iedereen mag het eens of oneens zijn met welke maatregel dan ook en dat ook luidkeels verkondigen. Het beeld van mensen die uit elkaar worden gejaagd, die brand stichten vanwege maatregelen die zijn opgesteld ten behoeve van de landelijke volksgezondheid staat op mijn netvlies gebrand. We zijn geen ‘bananenrepubliek’, geen ‘dictatoriaal land’. De regering is ook niet mijn beste vriend; ik ben het ook niet altijd eens met de maatregelen of de handhaving daarvan. Ja, ik ben óók al die maatregelen zat en ja, ik ben óók klaar met Corona. Toch ben ik er wel van overtuigd dat diverse mensen op zo goed mogelijke wijze het land door deze pandemie proberen te loodsen. Nu schaam ik me gewoon dat ik Nederlander ben. Pak je reet en zet hem op je bank of in je bed, voor ieders gezondheid en voor je eigen vrijheid. Vechten doe je niet op straat met wapens in je hand, want Corona houdt van mensen en door dit gedrag blijft de huidige situatie langer in stand. Vechten tegen Corona doe je thuis of in het ziekenhuis.

Plaats een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: