Wát vertel ik de kinderen…

Vrijdag, 22 maart 2019. Onderweg naar huis word ik overspoeld door een diep gevoel van wanhoop. Ik ben heel bang voor de kinderen.. wát vertel ik de kinderen? Hóe vertel ik het ze? Hoevéél moeten ze weten? Moet ik het ze nu vertellen? Kunnen we ze nog even onwetend laten? Tegelijkertijd weet ik dat we het ze móeten vertellen. Dit is iets dat ik echt wil uitstellen. Is hier geen protocol voor? Wat is de beste manier? Deze vragen en nog een miljoen andere strijden in mijn hoofd om de eerste plaats. Ik weet het niet. Niemand weet het.

Het lijkt een eeuwigheid, die rit van het ziekenhuis naar huis. De lucht in de auto is zwaar van het onuitgesproken verdriet, de angst en de wanhoop hangen om ons heen. Eenmaal thuis zien we aan de chaos van tassen en schoenen dat de kleintjes al thuis zijn. De moed zakt me in de schoenen. We kijken elkaar aan en besluiten eensgezind het meteen maar te zeggen. We halen ze naar beneden en ik geef ze een dikke knuffel.

‘Vandaag zijn we naar het ziekenhuis geweest. De artsen hebben gezegd dat mama kanker heeft. Weten jullie wat kanker is?’ Ik kan bijna niet praten. Mijn stem is dun en ik moet vechten om de woorden uit mijn mond te krijgen. Ik kijk naar mijn mooie kinderen. Ik zie de impact van mijn woorden. Ik zie hoe mijn woorden hen in het gezicht slaan. Ja, ze weten het. Mijn man ziet het ook, ik zie de verslagenheid op zijn gezicht en ik denk dat dat ook op het mijne staat. We leggen uit dat kanker een foutje is, dat het lichaam bestaat uit miljarden kleine bouwsteentjes en dat er dan wel eens iets fout gaat. Als dat ene foute steentje niet correct wordt uitgeschakeld, gaat dat snel delen en ontstaat er een tumor en dat is kanker. Mijn dochter is boos en haar eerste reactie is: ‘Dat is stóm!!!’ Ze springt op en rent in de kamer heen en weer. Ze danst en springt. Mijn zoon krimpt in elkaar en huilt en is ontroostbaar. De eerste vraag die wordt gesteld is meteen ook de heftigste. ‘Mama ga je dood?’ Op die vraag ben ik gek genoeg niet voorbereid en ik weet niet wat ik zeggen moet. ‘Nee’? Dat weet ik niet. ‘Ja’? Dat ben ik niet van plan. Wat dan? Er móet antwoord komen. Maar welk? Dan zegt mijn man: ‘Mama gaat er alles aan doen om niet dood te gaan.’ Iedereen heeft tijd nodig om dit te begrijpen, te accepteren, te verwerken. Er zijn vele vragen, een groot aantal daarvan is voorlopig niet te beantwoorden.

Thuis. Thuis is waar je altijd veilig moet kunnen zijn. Geborgen en geliefd. Geaccepteerd om wie en hoe je bent. Een veilige haven in moeilijke tijden. Met je gezin, mensen die je onvoorwaardelijk moet kunnen vertrouwen. En nu, nu is thuis niet meer veilig. Thuis, daar is ziekte. Daar is verdriet. Daar is onzekerheid. Mama heeft ‘thuis’ omgeschopt. Vernietigd.

Omdat we ons allemaal loodzwaar van verdriet voelen besluiten we uit eten te gaan. Ja er is kanker. Maar er is ook leven. Er is hoop. Er is kracht. Er is liefde. Er is ‘ons’. Dat moet ook. Dit is niet te dragen als we alleen maar het negatieve omarmen. We gaan het vieren. Vieren dat we samen zijn. Dat is nu het enige dat belangrijk is.

Doe mee met de conversatie

3 reacties

  1. Lieve Karin, wat een verhaal…hoewel ik het al heel lang weet kan ik het nog steeds niet bevatten. De eerste hordes heb je ondertussen goed genomen…je doet er alles aan! Sterkte voor jou en jouw gezin!

    Geliked door 1 persoon

  2. Zo heftig, maar hoe je er mee om ga, zo knap. Ik zit met tranen in mijn ogen te lezen. Hele dikke kus voor jullie allemaal😘😘❤️❤️

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie